Frederik Willem Hoohenkerk is geboren te Amsterdam op 14 november 1845. De Amsterdamse militieregisters vermelden hem in 1864 als loteling 314. Hij bevindt zich dan op de Kaap de Goede Hoop. Op 14 maart wordt hij aanwezen tot de dienst. Op de dag dat hij zich moet melden is hij afwezig. De arrondissementsrechtbank van Amsterdam behandeld vonnis 762. De rechter legt hem op dat hem een gevangenisstraf wacht van 3 dagen en een geldboete van 25 gulden te voldoen binnen twee maanden. Anders wordt de detentie verlengd tot 5 dagen. Op 16 maart 1866 wordt in Amsterdam op de Binnen Amstel nr 641 bij zijn moeder aan de deur geklopt door een deurwaarder, die het vonnis afgeeft. Al eerder werd ook moeder Neeltje Kesler geconfronteerd door de rechtbank met een geldboete van 25 gulden, omdat zij volgens hen tussen 1 en 31 januari 1864 heeft verzuimd te vermelden dat haar zoon niet aanwezig kon zijn.  Omdat zij later weldegelijk melding deed, kreeg zij vermindering van straf..